Geschiedenis
van de familie NOORDERWERF |
||
Eén van de eerste ontdekkingen bij mijn stamboomonderzoek naar de familie Noorderwerf was de conclusie:.....er bestaat maar één familie Noorderwerf en die heeft haar oorsprong in Woudsend in het zuidwesten van Friesland. Veel familieleden met de naam Noorderwerf zijn er thans niet meer. Maar met alle aangetrouwde familieden er bij (dus inbegrepen de nakomelingen van alle vrouwelijke Noorderwerven) is het toch een redelijk grote familie. Ook telt de familie aan een aantal emigranten. Zo gingen er familieleden naar Australië, Tasmanië, de Verenigde Staten, Canada, Zuid-Afrika en België. Over de geschiedenis van de familie Noorderwerf was heel veel op te schrijven. En dat is grotendeels terecht in het boek over de familie, dat in september 2004 verscheen. Hier een tipje van de sluier over de geschiedenis van de Noorderwerven en zij die aan een Noorderwerf verwant zijn.
De "Noorderwerf" in Woudsend omstreeks 1900
door Kees de Boer geschilderd in 2009 (acryl op doek)
op basis van een foto (zie bovenaan) uit die tijd
Het begon allemaal in Woudsend.......
De geschiedenis van de familie Noorderwerf begon rond 1650 in Woudsend in het merengebied van Zuid-West Friesland. In dit dorpje, waar eeuwenlang zeilschepen werden gebouwd op scheepstimmerwerven, woonde toen ene Tjeerd Reyners, de oervader van de familie Noorderwerf. Hij heette dus Tjeerd, zoon van Reyner. Tjeerd had nog geen achternaam, want dat vond men in die tijd op het Friese platteland maar onzin, dat was alleen iets van adellijke dames en heren. Tjeerd Reyners werd ook wel geschreven als Tiaert Reyners of Tjeerd Reiners. Tegenwoordig zou hij Tjeerd Reinders hebben geheten.
Tjeerd Reyners was scheepstimmerman van beroep. Ook was hij scheepstimmerbaas op een eigen scheepswerf. Deze scheepswerf, die Tjeerd vermoedelijk zelf heeft gebouwd, wordt al in 1668 in oude akten vermeld.
Van de zoon van Tjeerd Reyners, Dirk Tjeerds, is veel meer bekend. Hij was net als zijn vader scheepstimmerman van beroep en werd rond 1696 eigenaar van de scheepswerf van zijn vader, of liever gezegd van een scheepshelling + timmerwerf + woonhuis, gelegen in het uiterste noorden van het dorp Woudsend. Aan deze scheepswerf werd door de familie in de loop van de achttiende eeuw de naam 'Noorderwerf' gegeven. Op de ''Noorderwerf'' in de tijd van Dirk Tjeerds (ca. 1690-1750) werden vooral grote zeezeilschepen gebouwd. De werf bleef nog tot 1860 in eigendom en gebruik bij de familie. Na het overlijden van de allerlaatste scheepstimmerman annex scheepstimmerbaas, Roelof Durks Noorderwerf in 1860, kwam de scheepswerf in andere handen. Rond 1910 werd de werf afgebroken en werd op deze plaats de gereformeerde kerk van Woudsend gebouwd. In 1998 kwam deze kerk in gebruik als woonhuis.
Pas bij de achterkleinzoon van Dirk Tjeerds, Pier Durks Noorderwerf (1780-1816), ontstond de familienaam Noorderwerf. Dat gebeurde in 1811. Oervader van de familie Tjeerd Reyners had zijn hele leven in Woudsend gewoond en verdiende daar de kost als scheepstimmerman op een scheepswerf. En vele generaties zouden hem in dat beroep volgen, in elk geval zijn zoon (Dirk Tjeerds, 1671-ca. 1745), zijn kleinzoon (Pier Dirks, 1715-1773), zijn achterkleinzoon (Durk Piers, 1753-ca. 1805) en zijn achterachterkleinzoon (Pier Durks, 1780-1816). Deze laatste, Pier Durks, zou erg belangrijk worden voor de familie. Want deze Pier Durks nam in 1811 als allereerste in de familie de achternaam Noorderwerf aan legde daarmee die naam vast voor zijn complete nageslacht. Het kiezen van de naam Noorderwerf als familienaam was voor genoemde Pier Durks Noorderwerf, die net als zijn voorvaderen werkte als scheepstimmerman op de Woudsender scheepswerf de 'Noorderwerf', dus eigenlijk heel logisch.
De familie Noorderwerf begon dus feitelijk bij de naamgever van de familie: Pier Durks Noorderwerf (1780-1816). Deze Pier was en is dus de stamvader van de familie Noorderwerf.
Pier Durks Noorderwerf kreeg drie zonen met nakomelingen: Durk, Jacobus en Pier. Zodoende bestaat de familie uit drie familietakken: de Durk-tak, de Jacobus-tak en de Pier-tak. De drie zonen, waren Durk Piers Noorderwerf (1809-1840), Jacobus Willemsen de Bock Noorderwerf (1810-1891) en Pier Piers Noorderwerf (1816-1871).
Hoe het verder ging met de familie, laat ik op deze site nog in het ongewisse. Pas wanneer het familieboek over de familie Noorderwerf klaar is (rond eind 2003) zal de complete stamboom en de geschiedenis van de familie op internet verschijnen. Wel is nu al vast te vertellen, dat tussen 1850 en 1900 een tak vanuit Woudsend in ZW-Friesland naar Amsterdam verhuisde en een deel daarvan rond 1915 naar Rotterdam en omgeving vertrok. Van deze tak wonen er thans nog familieleden in plaatsen als Den Haag, Schiedam, Barendrecht, Rijswijk en Rotterdam.
Een andere tak bleef grotendeels in Friesland. Daarvan wonen thans nog familieleden in Sneek en Surhuisterveen, allemaal nakomelingen van de oudste zoon (Durk) van stamvader Pier Durks Noorderwerf.
Een derde tak, die voor een belangrijk deel eveneens in Friesland bleef, is de tak van mijn echtgenote Tineke. Dit is de tak van Benedictus Jacobus Noorderwerf (1839-1911), zoon van de eerder genoemde Jacobus Noorderwerf. Deze Benedictus verhuisde in 1868 van Woudsend naar Franeker en stichtte daar samen met zijn vrouw Tietje Pieters Brijker een gezin van acht kinderen. Uit deze kinderen kwamen een groot aantal nakomelingen voort. Een kleinzoon van genoemde Benedictus en ook naar hem vernoemd was Benedictus (Pieters) Noorderwerf (1902-1975). Deze Benedictus (Ben) emigreerde in de twintiger jaren van de vorige eeuw naar Amerika en kreeg daar kinderen. Hierdoor wonen er nu nog enkele familieleden in de USA.
New York, USA, Ellis Island
Document, waaruit blijkt dat Benedictus (Pieters) Noorderwerf (1902-1974) en zijn gezin officieel als emigranten uit Nederland in de Verenigde Staten te boek staan. "The Benedict Noorderwerf Family" staat tevens vermeld op de beroemde"Wall of Honour" op Ellis Island in de haven van New York, de plaats waar alle emigranten destijds Amerika binnenkwamen